Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En deze landpale zal u omgaan van het zuiden naar den opgang van [5]Akrabbim, en doorgaan naar Zin; en [6]haar uitgangen zullen zijn, [7]van het zuiden naar Kades-barnea; en zij zal uitgaan naar [8]Hazar-addar, en doorgaan naar [9]Azmon. 5. Dat is, der scorpioenen, waarvan deze plaats den naam kan hebben ontvangen; zie Deut.8:15. Dit was aan de zuidelijke einde van de Zoutzee en het oostelijke einde van het gebergte van Edom. 6. Dat is uitgangen dezer landpale. 7. Anders, tegen. 8. Deze twee plaatsen worden hier samengevoegd, als nabij elkander gelegen. Vergelijk Joz.15:3, waar zij van elkander worden afgescheiden, en de eerste genoemd Hezron. De kaarten stellen haar beiden aan de noordelijke zijde van het gebergte van Edom, niet ver van Azmon. 9. Gelegen aan het westeinde van het gebergte van Edom, niet ver van Gerar.